Overdracht onroerende zaken
In principe is een mondelinge overeenkomst wettelijk geldig. Dat geldt echter niet voor vastgoed. Voor onroerend goed is altijd een contract nodig. Het is van groot belang dat de juiste afspraken gemaakt én vastgelegd worden. Zelfs wanneer alles rond is, heeft u drie dagen bedenktijd om – zonder opgaaf van reden – de overeenkomst af te blazen. Na die dagen dient u zich te houden aan de overeenkomst.
Wij kunnen u in elke stap van het (ver)koopproces begeleiden: van intentie en koopcontract tot notariële aktes. Met als resultaat een formele en tot in de puntjes geregelde overdracht. U hoeft niet alles te regelen via een notaris. Maar wilt u er zeker van zijn dat uw zaken goed geregeld zijn? Dan raden wij dat wel aan. Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Bel ons gerust of maak een afspraak.
Veelgestelde vragen over overdracht van onroerende zaken
Dit is een notariële akte waarmee het onroerende goed, zoals een huis, op naam wordt gesteld van de koper. In de akte staan alle details van de koop en alle verplichtingen die aan het onroerend goed zijn gebonden, zoals erfdienstbaarheid en kwalitatieve verplichtingen.
Onroerend goed staat op een erf: een stuk grond waarop het geplaatst is, dus ook bijvoorbeeld de tuin maakt er deel van uit. Vaak zijn er voorwaarden aan dat erf verbonden, zoals het recht van overpad, toegankelijkheid voor nutsvoorzieningen of het vrijhouden van een brandgang. Samen met het vastgoed worden dit als verplichtingen overgedragen aan de koper.
In het verlengde van de erfdienstbaarheid kunnen er nog verplichtingen bestaan die meestal verbonden zijn met de omgeving van het vastgoed. Bijvoorbeeld het niet belemmeren van het uitzicht van de buurman, het in stand houden van begroeiing, of het niet te verhuren aan derden. Het gaat om een verplichting om iets te dulden of niet te doen.
Meestal wordt bij de notaris ook meteen de feitelijke aflevering van de woning geregeld, dat wil zeggen dat de sleutels aan de nieuwe eigenaar worden overgedragen. Vanaf dat moment moet de woning verzekerd zijn met een (nieuwe) opstalverzekering.
Niet altijd.
De hoofdregel is: Een koper van een woning is 2% overdrachtsbelasting verschuldigd, indien de koper verklaart deze woning voor eigen bewoning te gebruiken.
Indien een koper een woning (als beleggingsobject) dan wel een bedrijfspand aankoopt zal er 8% over de koopsom (respectievelijk de waarde in het economisch verkeer) verschuldigd zijn.
Echter:
Starters/kopers in de leeftijd van 18 tot 35 jaar zijn over de koopsom (respectievelijk de waarde in het economische verkeer) van een (eerste) woning – met een maximale koopsom (respectievelijk de waarde in het economisch verkeer) van € 400.000,00 – geen overdrachtsbelasting verschuldigd. Dit is een (voorlopige) steunmaatregel van de Overheid om de aanschaf van een woning te stimuleren.